bridgeclub

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bridge·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bridgeclub bridgeclubs
verkleinwoord bridgeclubje bridgeclubjes

Zelfstandig naamwoord

de bridgeclubv / m

  1. (bridge) sportvereniging van kaartspelers die bridge spelen
     Als er geen visite komt, is gezellig bridgen een prima tijdverdrijf, maar ook dat kan niet meer. Senioren van bridgeclub De Vriendenkring in Amersfoort hebben vandaag voor het laatst samen een kaartje gelegd. En dat valt zwaar, al begrijpt Gerard Kolsloot dat er maatregelen nodig zijn om het corona-virus te bestrijden. Bovendien heeft hij nog een ander probleem: "Ik moet komende week oppassen op mijn kleinkinderen. Of dat nu nog doorgaat? Ja, dat wordt een lastig besluit."[1]
     Marion is de vaste partner van Laura sinds eind 2009. Ze heeft al vijf internationale titels op haar naam staan waaronder het WK Studenten in 2008 en het WK Juniorenparen in 2009. "Ik speelde vroeger al veel kaartspelletjes", zegt Marion. "Mijn vader speelde vroeger altijd bij een bridgeclub en die won vaak dozen met bonbons en flessen wijn. Dat wilde ik dus ook!"[2]
     De politie deed een inval in een appartement waar een Engelse bridgeclub voor buitenlanders regelmatig bijeenkwam. Er was een tip binnengekomen dat er gegokt zou worden, en de meeste vormen van gokken zijn verboden in Thailand.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Eenzame ouderen door corona: geen visite en ook niet meer bridgen” (Donderdag 12 maart 2020, 21:07), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Jong bloed bij het WK Bridge” (Maandag 24 oktober 2011, 11:51), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Ouderen in Thailand gearresteerd om bridgespelletje” (Donderdag 4 februari 2016, 15:49), NOS