brachten heruit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brachten heruit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɑxtə(n) hɛrˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- brach·ten her·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
heruitbrengen |
brachten (…) heruit
- meervoud verleden tijd van heruitbrengen
- Wij brachten heruit.
- Jullie brachten heruit.
- Zij brachten heruit.
- Wij brachten heruit.
Gangbaarheid
- Het woord 'brachten heruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.