braambos
Uiterlijk
- braam·bos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | braambos | braambossen |
verkleinwoord | braambosje | braambosjes |
het braambos o
- (plantkunde) Rubus groep van een of meer braamstruiken
- ▸ Gebeurtenissen uit de oude wereld het brandende braambos, de uittocht uit Egypte, de jongelingen in de vurige oven, Jonas in de walvis et cetera, worden geplaatst naast gebeurtenissen uit de nieuwe wereld, zoals bijvoorbeeld de voorstelling van de onbevlekte ontvangenis, en de opstanding van Christus.[3]
- ▸ Het nieuwe kerkelijk zegel wordt gepresenteerd. De synode ging in 2017 akkoord met het grafisch vereenvoudigen van het kerkelijk zegel, waar Mozes en het brandende braambos op staan.[4]
- Het woord braambos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ braambos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Kerkelijk zegel” (28 januari 2020), Reformatorisch Dagblad