bouwwijze

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·wij·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwwijze bouwwijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bouwwijzev / m

  1. (bouwkunde) de manier waarop men een bouwwerk bouwt
     Wat de vondst verder bijzonder maakt, is de bouwwijze van het schip. De planken wijzen op een mediterraanse stijl. Maar ze zijn gemaakt van eikenhout, een houtsoort uit Noordwest-Europa die niet vaak wordt gebruikt bij schepen uit het Middellandse Zeegebied, legt Isarin uit.[2]
     Dat er bij een gebouwbrand slachtoffers vallen is nooit voor 100 procent uit te sluiten. "Maar door de bouwwijze kunnen we die wel zoveel mogelijk reduceren. Daar wordt nu veel kritischer naar gekeken, en bij gebouwen waar geslapen wordt nog meer dan bij kantoorgebouwen."[3]
     Buitenlandse kennis over aardbevingsbestendig bouwen kan niet zomaar worden gekopieerd naar Nederland. De bevingen in Groningen en Drenthe hebben een uniek trillingskarakter, omdat ze relatief dicht onder het aardoppervlak ontstaan. Ook is in de Nederlandse bouwwijze van oudsher geen rekening gehouden met de kans op aardbevingen.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Restanten van Romeins schip gevonden bij aanleg van provinciale weg” (Zondag 11 augustus 2019, 16:06), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Felle brand in wolkenkrabber Emiraten, maar geen Grenfell-drama” (Woensdag 6 mei 2020, 20:34), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Bevingsbestendig bouwen, kan dat?” (Woensdag 3 september 2014, 18:28), NOS