bouwverkeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwverkeer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bouwverkeero

  1. wegverkeer dat ontstaat door bouwwerkzaamheden
     Nu kunnen vrachtwagens en bouwverkeer met een gewicht tot 45 ton nog een ontheffing krijgen. Dat stopt omdat die volgens de gemeente veel meer schade aanrichten dan vrachtvervoer tot 30 ton.[1]
     Activisten hebben vanmorgen urenlang de hoofdingang van Kamp Zeist in Soesterberg geblokkeerd. Ze hielden het bouwverkeer tegen om de bouw van een nieuwe opvang voor vluchtelingen op het terrein te blokkeren. Tegen het eind van de ochtend verlieten de actievoerders het terrein, nadat de politie hen gesommeerd had te vertrekken.[2]
     De bewoners hebben ook al vijf jaar lang last van het bouwverkeer. 24 uur per dag, zeven dagen per week rijden zwaarbeladen trucks door de straten van het dorp. Ook de waterpomp van het dorp, die drie jaar geleden speciaal voor de bouw werd aangelegd, werkte kort na de ingebruikname al niet meer.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Zware vrachtwagens niet meer welkom in Amsterdam om kades te beschermen” (Donderdag 20 mei 2021, 11:18), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Actievoerders blokkeren bouw Kamp Zeist” (Donderdag 26 november 2015, 08:54), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “"Bouw Sotsji verwoest leven dorp"” (Dinsdag 31 december 2013, 03:29), NOS