bouwtrant
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bouw·trant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw zn en trant- zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwtrant | bouwtranten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- manier van bouwen
- ▸ Rijke opdrachtgevers - ook de directeuren van Hirsch & Cie. - voelden zich vaak meer thuis bij de imposante architectuur van het verleden en lieten zich daarom graag bedienen in deze bouwtrant, die in vakkringen bekend stond als 'stijl van het kapitaal'.[2]
- ▸ Vanaf begin zeventiende eeuw verandert er wel meer: voortaan „overheersen in de Hollandse steden al snel de in klassieke bouwtrant opgetrokken kerken, waarmee de herinneringen aan de gotiek al snel naar de achtergrond werden verdrongen.”[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bouwtrant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bouwtrant" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Stadsgezichten: Modewarenhuis Hirsch & Cie” (5 januari 2012), Het Parool
- ↑
Weblink bron Wim Hulsman “Een klassieke toren kan niet” (08-07-2015), Reformatorisch Dagblad
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be