botersla

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

botersla
Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ter·sla
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord botersla
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boterslav / m

  1. (voeding) (plantkunde) Lactuca sativa op Wikispecies verse sla met zachte bladeren
     Zijn moeder had gepaneerde scharretjes gebakken, met aardappeltjes en botersla.[1]
     Dan komen de jonge plantjes tevoorschijn: slasoorten als lollo rosso, eikenbladsla, botersla, sjalotten, bleekselderij, knolvenkel, broccoli. Zelfs knoflook heeft er een plek, vrij ongebruikelijk voor Nederland. Het doet het goed, omdat de temperatuur op de helling betrekkelijk hoog is.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2022 Weblink bron
    Mariëlle Oussoren-Buys
    “Knoflook gedijt goed op de Sint-Pietersberg” (2 mei 2008), Reformatorisch Dagblad