bospaddenstoel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·pad·den·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en paddenstoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bospaddenstoel | bospaddenstoelen |
verkleinwoord | bospaddenstoeltje | bospaddenstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
bospaddenstoel m
- paddenstoelen die in het bos voorkomen en al dan niet giftig zijn.
- Met kerst hebben wij een heerlijke bospaddenstoelensoep gegeten
Gangbaarheid
- Het woord bospaddenstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.