borrelbus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bor·rel·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van borrel en bus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borrelbus | borrelbussen |
verkleinwoord | borrelbusje | borrelbusjes |
Zelfstandig naamwoord
de borrelbus m
- een bus die late feestvierders terug naar huis brengt
- De borrelbus reed alleen tijdens carnaval.
Gangbaarheid
- Het woord 'borrelbus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.