boor door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boor door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorboren

boor door

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorboren
    • Ik boor door. 
  2. gebiedende wijs van doorboren
    • Boor door! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorboren
    • Boor je door? 
Verwante begrippen


Gangbaarheid