boezempeil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·zem·peil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boezempeil boezempeilen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boezempeilo

  1. gewenste waterstand in een boezemwater
     De bewoners van het eiland Burd en een recreatiepark mogen voorlopig nog niet terug naar hun woning. Het boezempeil staat nog overminderd hoog. De verweking is een sluipend proces, er zijn maatregelen genomen, maar het blijft een risicovolle situatie. Het Wetterskip Fryslân raadt bewoners aan vandaag en morgen nog niet terug te keren.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Hoogwater in Nederland van minuut tot minuut” (Zaterdag 7 januari 2012, 16:30), NOS