bluft af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bluft af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afbluffen |
bluft af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbluffen
- Jij bluft af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbluffen
- Hij bluft af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbluffen
- Bluft af!
Gangbaarheid
- Het woord bluft af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.