bloempje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bloempje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈblumpjə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• bloem·pje

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van bloem met het achtervoegsel -pje

Zelfstandig naamwoord

het bloempje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bloem

Synoniemen

• [1] bloemetje

Hyponiemen

• elfenbloempje, hongerbloempje, koebloempje, koningsbloempje, leverbloempje, meibloempje, mosbloempje, muurbloempje, stijlbloempje

Overerving en ontlening

• Surinaams: bromki

Vertalingen

    1.   

Spaans: florcita (es) v, florecita (es) v

Gangbaarheid

• Het woord bloempje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bloempje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.