bloemetjesjurk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloe·me·tjes·jurk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemetjesjurk bloemetjesjurken
verkleinwoord bloemetjesjurkje bloemetjesjurkjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemetjesjurkv / m

  1. (kleding) jurk gemaakt van een stof met een bloemetjesmotief
     O'Riordan voelde zich onaantrekkelijk als tiener. "Mijn moeder liet me geen make-up dragen. Ik was het overbeschermde, onhandige meisje in een roze bloemetjesjurk met strikken in het haar, die orgel speelde in de kerk. Mijn moeder kocht mijn kleren, dus bij de eerste fotoshoot voor The Cranberries, bracht Noel [medeband-lid] me een outfit en gaf me Doc Martens. Ze waren te groot, maar ik droeg ze toch. Plotseling zag ik eruit als een indie-meisje."[1]
     Als Zoetemelk goed zou hebben opgelet, zou hij een verbouwereerde dame in een rode bloemetjesjurk hebben zien staan. Ze staat in het portiek en vraagt zich af wat die wielrenner opeens in haar straat doet.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “'Dolores O'Riordans stem omarmde je, zo mooi, zo puur, zo dichtbij'” (Maandag 15 januari 2018, 22:25), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Waalse Pijl 1976: hoe Joop de verkeerde kant werd opgestuurd” (Dinsdag 17 april 2018, 16:02), NOS