biopsie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bi·op·sie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘weefselverwijdering voor onderzoek’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
- afgeleid van opsie met het voorvoegsel bio- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biopsie | biopsieën |
verkleinwoord | biopsietje | biopsietjes |
Zelfstandig naamwoord
biopsie
- (medisch) een stukje weefsel uit een orgaan verwijderen voor onderzoek
- Een biopsie wordt te vaak direct gebruikt om vast te stellen of iemand prostaatkanker heeft. Doktoren kunnen beter eerst een mri-scan maken, om te kijken of daar afwijkingen op te zien zijn.
Dat stelt de ProstaatKankerStichting in De Telegraaf. [3]
- Een biopsie wordt te vaak direct gebruikt om vast te stellen of iemand prostaatkanker heeft. Doktoren kunnen beter eerst een mri-scan maken, om te kijken of daar afwijkingen op te zien zijn.
Vertalingen
1. een stukje weefsel uit een orgaan verwijderen voor onderzoek
Gangbaarheid
- Het woord biopsie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "biopsie" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "biopsie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ biopsie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nu.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be