binnenlijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenlijn binnenlijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de binnenlijnv / m

  1. een lijn die iets aan de binnenkant begrenst
     De 26-jarige Vastenburg ging voortvarender van start, meldde zich direct voorin en gaf die positie niet meer uit handen. Vastenburg, trainend in Engeland, kampte jaren met een eetstoornis, maar is inmiddels helemaal terug in de topatletiek. Ze finishte als derde in 8.52,22. Een uur later volgde de deceptie. Op de beelden was te zien dat ze in een bocht drie keer op de witte binnenlijn stapte. Dat mag niet.[1]
     Bob de Jong, de olympisch kampioen van 2006, reed niet de race zoals hij die gehoopt had te rijden. Zijn verval was groot en hij finishte uiteindelijk in 13.07,19, wat nog net genoeg voor een bronzen medaille. Na afloop werd zijn race nog doorgenomen door de scheidsrechters, omdat hij over een binnenlijn zou zijn gekomen met zijn schaats. Na een paar minuten kwam er voor De Jong een einde aan de knagende onduidelijkheid. Er volgde geen diskwalificatie en dat betekende voor De Jong zijn vierde olympische medaille.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Finaleplaatsen bij EK indoor voor Koster en Schilder, diskwalificatie Vastenburg” (Donderdag 4 maart 2021, 20:23), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Bergsma pakt goud op 10 km” (Dinsdag 18 februari 2014, 16:44), NOS