bindt vast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bindt vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɪnt ˈvɑst / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bindt vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit bindt (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastbinden |
bindt (…) vast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden
- Jij bindt vast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden
- Hij bindt vast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastbinden
- Bindt vast!
Gangbaarheid
- Het woord bindt vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.