bikkelaar
Uiterlijk
- bik·ke·laar
Naamwoord van handeling van bikkelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bikkelaar | bikkelaars |
verkleinwoord |
de bikkelaar m
- stoere doorzetter
- Het woord 'bikkelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.