bijt vast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bijt vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit bijt (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastbijten |
bijt (…) vast
- enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbijten
- gebiedende wijs van vastbijten
Gangbaarheid
- Het woord bijt vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.