bijrijdersportier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bijrijdersportier    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bij·rij·ders·por·tier

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bijrijder zn  en  portier zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bijrijdersportier	bijrijdersportieren
verkleinwoord	bijrijdersportiertje	bijrijdersportiertjes

Zelfstandig naamwoord

het bijrijdersportier o

1. voorste deur aan de rechterzijde van een auto

   ▸ Een voorbijganger die het zag gebeuren, schoot de agent te hulp. Hij opende het bijrijdersportier en raakte in gevecht met de bestuurder. Toen de agent de twee uit elkaar haalde, raakte de automobilist gewond.

   ▸ Het incident was in augustus 2013. Het arrestatieteam wilde op de parkeerplaats bij een coffeeshop een man aanhouden die werd verdacht van een aantal ramkraken, maar die ging ervandoor. Daarop schoot een van de politiemensen van dichtbij door de ruit van het bijrijdersportier.

Gangbaarheid

• Het woord 'bijrijdersportier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.