biessnuitmot
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- bies·snuit·mot
- samenstelling van bies zn en snuitmot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biessnuitmot | biessnuitmotten |
verkleinwoord | biessnuitmotje | biessnuitmotjes |
- (vlinders) Friedlanderia cicatricella een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 21 en 24 millimeter bij het mannetje en 34 tot 38 millimeter bij het wijfje. De biessnuitmot heeft mattenbies (Scirpus lacustris) als waardplant
- Het woord 'biessnuitmot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.