bibliotheeknetwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·blio·theek·net·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bibliotheeknetwerk bibliotheeknetwerken
verkleinwoord bibliotheeknetwerkje bibliotheeknetwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het bibliotheeknetwerko

  1. groep samenwerkende bibliotheken
     Verantwoordelijk staatssecretaris Uslu (Cultuur en Media) spreekt over het "dichten van de gaten in het fysieke bibliotheeknetwerk". Ze wil het geld inzetten voor zowel bibliotheekgebouwen als voor online uitingen van bibliotheken. Het is niet duidelijk of gesloten bibliotheken door de extra miljoenen weer heropenen.[1]
     Gemeenten moeten onderling afspraken maken als ze hun bibliotheken willen sluiten zodat ze in een gebied niet allemaal tegelijk verdwijnen. De Koninklijke Bibliotheek moet het bibliotheeknetwerk gaan coördineren. De Koninklijke Bibliotheek neemt ook de centrale inkoop van e-books op zich voor de digitale openbare bibliotheek.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Extra geld voor overeind houden van openbare bibliotheken” (Vrijdag 4 november, 16:56), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Kabinet: niet alle bibliotheken dicht” (Vrijdag 6 september 2013, 18:11), NOS