bezoekfrequentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zoek·fre·quen·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoekfrequentie bezoekfrequenties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bezoekfrequentiev

  1. het aantal keren per tijdseenheid dat iemand iets bezoekt
     Sinds vorig jaar worden klanten van Holland Casino beloond met gratis drankjes als ze meer dan 25 keer naar het casino komen. Volgens De Kleijn werkt dat gokverslaving niet in de hand. "Wij monitoren de gasten die komen. We kijken naar hun bezoekfrequentie en hun gokgedrag. Daar zijn we uniek in wereldwijd."[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Meer gokkers en meer winst voor Holland Casino” (Woensdag 13 april 2016, 09:41), NOS