bewogen mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wo·gen mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meebewegen

bewogen (...) mee

  1. meervoud verleden tijd van meebewegen
    • Wij bewogen mee. 
    • Jullie bewogen mee. 
    • Zij bewogen mee. 

Gangbaarheid