beurtrol

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beurt·rol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beurtrol beurtrollen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beurtrolv / m

  1. schema waarin een taak door verschillende mensen beurtelings uitgevoerd wordt
     Al vele jaren kunnen we hiervoor op enkele trouwe KBF-leden rekenen die, in een beurtrol, weekend na weekend paraat staan om KBF-leden te helpen met hun vragen.[2]
  2. evenredige vrachtverdeling

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. beurtrol op website: Etymologiebank.nl
  2. Annelore Orije, Reginald Roels
    “Vrijwilligers in de kijker: 'de SOS-dienst'”, Monte 2024/1 (2024), Klim- en Bergsportfederatie Vlaanderen, p. 17
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be