besseres

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • bes·se·res

Bijvoeglijk naamwoord

besseres

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud vergrotende trap van besser
  2. beter
    «Die Bauere brauche meh besseres Wedder um unsere Esse zu bauere»
    De boeren hebben beter weer nodig om ons voedsel te verbouwen.
Schrijfwijzen

besseres

  1. onbepaald nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud vergrotende trap van besser
Schrijfwijzen