beruiken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·rui·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beruiken |
berook |
beroken |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
beruiken [1]
- (aan) iemand of iets ruiken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord beruiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.