berkenwintervlinder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Mannetje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ber·ken·win·ter·vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berkenwintervlinder berkenwintervlinders
verkleinwoord berkenwintervlindertje berkenwintervlindertjes

Zelfstandig naamwoord

de berkenwintervlinderm

  1. (vlinders) Operophtera fagata op Wikispecies een onopvallende kleine spanner. De vlinder lijkt op die van de kleine wintervlinder, maar is lichter van kleur en groter dan de kleine wintervlinder. De spanwijdte van de vleugels van het mannetje is 32 tot 40 millimeter. De vrouwtjes zijn vleugelloos en hebben alleen de voor de vrouwtjes zo kenmerkende halfontwikkelde vleugelstompjes, er is dus sprake van seksueel dimorfisme
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie