berenvel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ren·vel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berenvel berenvellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het berenvelo

  1. de huid van een beer
    • In de winter is het een skigebied voor families, dan is het ook zo leuk. Iedereen gaat skiën en sleeën. Kleintjes liggen in een berenvel op sleetjes te slapen en zodra ze kunnen lopen, gaan ze mee de berg op. En af[2] 
    • Pamela Anderson wil de Britse koningin Elizabeth verleiden om een streep te zetten onder de traditie dat echte berenvellen worden gebruikt voor het maken van de karakteristieke berenmutsen van haar lijfwacht.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 19 jul. 2017
  3. de Telegraaf 14 feb. 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be