berenkooi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

berenkooi
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ren·kooi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berenkooi berenkooien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de berenkooiv / m

  1. een met tralies afgesloten ruimte waarin men beren gevangen houdt
     Een dronken man is ernstig gewond geraakt toen hij twee zwarte beren ertoe probeerde te brengen kunstjes voor hem uit te voeren. De man was na een langdurig cafébezoek samen met een vriend naar de dierentuin gegaan. Daar was hij de berenkooi binnengedrongen om er de dieren lastig te vallen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2021 Weblink bron
    mcu
    “Dronken man slaat beer in elkaar” (14/07/2005), De Standaard