bendelid
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ben·de·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bende en lid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bendelid | bendeleden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- lid van een misdadige organisatie
- Bij grote onenigheden in het criminele circuit schieten bendeleden elkaar dood.
Gangbaarheid
- Het woord bendelid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bendelid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be