benaming
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·na·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benaming | benamingen |
verkleinwoord | benaminkje | benaminkjes |
Zelfstandig naamwoord
benaming v
- een naam die aan iets of iemand gegeven wordt
- Deze benaming is niet erg goed gekozen.
- ▸ Ook zal je onderbewustzijn jou op een gegeven moment andere benamingen voor ‘ongevallen’ influisteren.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord benaming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "benaming" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be