belkosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bel·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de belkostenmv

  1. prijs die je moet betalen per tijdseenheid telefoneren
    • Uit een eerdere uitspraak van de Hoge Raad volgt volgens de belangenbehartiger dat de providers jarenlang de wet overtraden door te werken met all-inprijzen, waarin geen uitsplitsing werd gemaakt voor belkosten en de prijs van een telefoon.[1] 
    • De 20-jarige YouTube-vlogger uit Almere nodigde in maart en april van dit jaar zijn bijna 360.000 volgers op hem via een 0909-nummer te bellen. Dat deden 6450 aanhangers, die dachten kans te maken hem aan de lijn te krijgen. Dat lukte slechts vijf bellers, de rest werd minutenlang in de wacht gehouden. Daarmee maakten de fans ruim 13.000 euro aan belkosten.[2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 15 feb. 2018
  2. de Telegraaf 28 sep. 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be