beleidsagenda

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·leids·agen·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beleidsagenda beleidsagenda's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beleidsagendav / m

  1. alle zaken waar men rekening mee houdt bij het maken van een plan van aanpak
     Zo zou het ook gegaan kunnen zijn bij Anfal, denkt de hoogleraar. "Hij vond het best een aardige beleidsagenda, voelde zich er thuis. Toen hij het nest beter leerde kennen, begon hij anders te denken en voelde hij zich meer thuis bij de vrienden van de partij Nida. Dat is niet verboden."[1]
     Wat er ook uit de verhoren komt, voor Rozell is het kwaad al geschied. "Het overheersende beeld is er een van een regering die nauwelijks van de grond is gekomen, nauwelijks in staat is om de beleidsagenda te bepalen en die nu wordt onderzocht op meerdere fronten. Alle energie en de politieke focus gaan naar deze onderzoeken. Trump en zijn ploeg zitten duidelijk in het defensief."[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Zetel tekort in R'dam, 'veel hangt af van stuurmanskunst Eerdmans'” (Dinsdag 27 juni 2017, 14:50), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “'Verhoor Comey is drama van de zuiverste soort'” (Donderdag 8 juni 2017, 15:55), NOS