belegering
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: belegering (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·le·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van belegeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belegering | belegeringen |
verkleinwoord | belegeringetje, belegerinkje | belegeringetjes, belegerinkjes |
Zelfstandig naamwoord
belegering v
- een langdurige militaire blokkade en aanval op een stad of fort.
- Met een belegering wordt een stad zo mogelijk volledig omsloten en afgesloten van de buitenwereld.
- Nu zat de hele wereld achter me aan. Zo’n batterij wagens voor het huis en voor het restaurant van mijn vriend. Een belegering, ik werd paranoïde. Om de paar minuten ging er een telefoon. Ik durfde niet op te nemen, rende het balkon op als er een overging. En daar stonden dan weer al die camera’s op me gericht. Een biefstuk in een arena vol leeuwen. Trekken ze dat valhek open en stormen al die leeuwen op je af. [1]
Gangbaarheid
- Het woord belegering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "belegering" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Coen van Zwol 24 december 2010 'Ik redde mijn eigen leven'
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be