begrotingscijfer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gro·tings·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord begrotingscijfer begrotingscijfers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het begrotingscijfero

  1. statistsiche gegevens betreffende een begroting
     In een ingezonden brief afgelopen week in de Financial Times, beschuldigen tien specialisten van het IMF Griekenland van politieke inmenging. Veroordeling van Georgiou zou het vertrouwen ondermijnen in de Griekse begrotingscijfers, net nu het einde nadert van de internationale hulp aan Griekenland en het land weer zelf voor financiering afhankelijk wordt van de financiële markten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Vroegere hoofd Griekse statistiekbureau definitief veroordeeld” (Zaterdag 9 juni 2018, 06:51), NOS