begoocheling
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·goo·che·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van begoochelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begoocheling | begoochelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
begoocheling v
- het iemand in een waan brengen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord begoocheling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "begoocheling" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be