beginopstelling

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beginopstelling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·gin·op·stel·ling

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  begin zn  en  opstelling zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	beginopstelling	beginopstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beginopstelling v

1. (sport) de samenstelling van een team aan het begin van een wedstrijd

   ▸ De Italianen zorgden er mede voor dat Atlético Madrid niet meer actief is in de Champions League. Middenvelder Strootman begon vier duels in de beginopstelling bij AS Roma, zonder tot scoren te komen.

   ▸ PSV startte zaterdag met elf Nederlanders in de basis tegen Heracles. Het is een trend die zich in de eredivisie de laatste tijd steeds meer doorzet. Dit seizoen is het percentage Nederlanders in de beginopstelling maar liefst 66,29 %. Dat is sinds het seizoen 1999/2000 niet meer zo hoog geweest.

Gangbaarheid

• Het woord beginopstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.