begeesteraar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·gees·te·raar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van begeesteren met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begeesteraar | begeesteraars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de begeesteraar m
- iemand die andere mensen ergens enthousiast voor maakt
Gangbaarheid
- Het woord 'begeesteraar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.