beerschepper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beer·schep·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beer en schepper
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beerschepper | beerscheppers |
verkleinwoord | beerscheppertje | beerscheppertjes |
Zelfstandig naamwoord
de beerschepper m
- een soort emmer aan een lange stok waarmee vroeger beerputten werden leeggemaakt
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'beerschepper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.