bedwantsen

Nederlands

Cimex lectularius

Uitspraak

• Geluid:  bedwantsen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bed·want·sen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bed zn  en  wantsen zn 
•  bedwants zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		bedwantsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedwantsen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bedwants
2. meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) Cimicidae  een familie uit de orde halfvleugeligen (Hemiptera). De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Pierre André Latreille in 1802

Hyperoniemen

• [2] wantsen, halfvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] bedwants, zwaluwwants

Gangbaarheid

• Het woord bedwantsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.