Naar inhoud springen

beduusdheid

Uit WikiWoordenboek


  • be·duusd·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord beduusdheid
verkleinwoord

de beduusdheidv

  1. de mate waarin iemand onthutst en verbaasd is
     Vanuit het raam van de werkkamer had Elena de vorige middag kunnen zien hoe Hildes beduusdheid in vertwijfeling en haar vertwijfeling in waanzin was veranderd.[1]



  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026334672