bedrijvencentrum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·drij·ven·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijvencentrum | bedrijvencentra bedrijvencentrums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bedrijvencentrum o
- gebouw waarin meerdere (startende) bedrijven zijn gevestigd
- ▸ In de bocht van de A9 bij Badhoevedorp, tussen Amsterdam en Schiphol, verrijst de komende jaren een bedrijvencentrum dat zoveel mogelijk energieneutraal moet worden en via elektrisch vervoer de hoofdstad van voedsel en andere producten moet voorzien. Het complex van ruim 120.000 vierkante meter moet een duurzame toegangspoort voor groot Amsterdam worden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bedrijvencentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rob Koster“Bedrijven gaan warmte, kou en stroom uitwisselen in Amsterdam” (Donderdag 26 augustus 2021, 04:09), NOS