bedrijvencentrum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drij·ven·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijvencentrum bedrijvencentra
bedrijvencentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bedrijvencentrumo

  1. gebouw waarin meerdere (startende) bedrijven zijn gevestigd
     In de bocht van de A9 bij Badhoevedorp, tussen Amsterdam en Schiphol, verrijst de komende jaren een bedrijvencentrum dat zoveel mogelijk energieneutraal moet worden en via elektrisch vervoer de hoofdstad van voedsel en andere producten moet voorzien. Het complex van ruim 120.000 vierkante meter moet een duurzame toegangspoort voor groot Amsterdam worden.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron
    Rob Koster
    “Bedrijven gaan warmte, kou en stroom uitwisselen in Amsterdam” (Donderdag 26 augustus 2021, 04:09), NOS