bedisselaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedisselaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·dis·se·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van bedisselen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedisselaar | bedisselaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedisselaar m
- iemand die iets regelt
Gangbaarheid
- Het woord 'bedisselaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.