basisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sisch
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op de wijze van een base’ voor het eerst aangetroffen in 1868 [1]
  • uit het Frans [2]
  • afgeleid van base met het achtervoegsel -isch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen basisch basischer
verbogen basische basischere
partitief basisch basischers -

Bijvoeglijk naamwoord

basisch [3]

  1. werkend als een scheikundige stof die H+ ionen kan binden, of in water opgelost aanleiding geeft tot OH- ionen
    • Vrijdag beschreef een internationale groep onderzoekers in Science een experiment waarbij CO2 werd geïnjecteerd in basaltlagen tussen de 400 en 800 meter diep. Deze proef, CarbFix genaamd, wijkt in een belangrijk opzicht af van de standaard CCS-technologie. Basalt is een basisch gesteente dat van nature CO2 bindt en bij die reactie ontstaan verschillende soorten carbonaatmineralen. Met andere woorden, het CO2 verdwijnt, het mineraliseert. Terwijl bij de standaard CCS-technologie het broeikasgas meestal in zandsteenlagen wordt opgeslagen en daar als CO2 in de steenporiën aanwezig blijft. „En als je je werk niet goed hebt gedaan, bestaat de kans dat CO2, via lekkages, omhoog migreert en aan het oppervlak weer vrijkomt”, zegt chemisch technoloog Earl Goetheer van TNO. Deze kans, hoe klein ook, voedt de publieke weerstand tegen de technologie.[4] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen