balorigheid
Uiterlijk
- Geluid: balorigheid (hulp, bestand)
- ba·lo·rig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balorigheid | balorigheden |
verkleinwoord | balorigheidje | balorigheidjes |
de balorigheid v
- de neiging om op een vrolijke manier stuurs en tegendraads te zijn
- Zijn balorigheid hangt me de keel uit.
- ▸ Ik was zo ongeconcentreerd dat de leraren het zagen en me uit pure balorigheid vragen stelden zodat ik of ging staan en lijdend voorwerp antwoordde wanneer het naamwoordelijk deel van het gezegde moest zijn of me moest verontschuldigen omdat ik de vraag niet had gehoord.[1]
- Het woord balorigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767