bakkerin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bak·ke·rin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkerin | bakkerinnen |
verkleinwoord | bakkerinnetje | bakkerinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
de bakkerin v
- (beroep) een vrouw die brood en taarten bakt om ze te verkopen
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van bakker
Gangbaarheid
- Het woord bakkerin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakkerin" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be