bachelorproef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·che·lor·proef
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bachelor zn en proef zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bachelorproef | bachelorproeven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) project waarmee iemand zijn bacheloropleiding afrondt
- ▸ Yannick Vercauteren, een Lokerse student secundair onderwijs aan hogeschool Odisee in Sint-Niklaas, vond voor zijn bachelorproef het ultieme hulpmiddel om geen dt-fouten meer te maken: het werkwoordenwiel.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bachelorproef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ivan Elegeert“Student vindt hulpmiddel uit: ‘Werkwoordenwiel om nooit meer dt-fouten te maken’” (10/12/2020), De Standaard