bachelordiploma

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·che·lor·di·plo·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bachelordiploma bachelordiploma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bachelordiplomao

  1. getuigschrift dat men ontvangt na het succesvol afronden van de bachelor-fase van een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs, de student mag dan de titel bachelor voeren
     25 studenten konden vertrekken van de Universiteit Leiden omdat ze in 4 jaar hun bachelordiploma nog niet hadden. Niet oké, zegt minister Bussemaker vandaag in het Vragenuurtje in de Tweede Kamer.[1]
     De afgelopen jaren hebben universiteiten maatregelen genomen om studenten binnen de afgesproken tijd hun bachelordiploma te laten halen. Dat lukt nu bij 2/3 van de studenten.[2]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 oktober 2021 Weblink bron “"Leiden mag studenten niet naar huis sturen"” (10-09-2013), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 oktober 2021 Weblink bron “Studenten mogen verder voor hun master als ze hun bachelordiploma hebben gehaald” (07-06-2016), NOS