avenant
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ave·nant
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | avenant |
verbogen | |
partitief | avenants |
Bijvoeglijk naamwoord
avenant [2]
- naar avenant: in overeenstemming met; in evenredigheid met
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avenant | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
avenant m
- aanhangsel van een overeenkomst
- ▸ Dit nieuwe avenant voorziet de integratie van de noteringen van de biobrandstoffen op de internationale markten en een vermindering van de operationele kosten voor het bijmengen van deze biobrandstoffen.[3]
- ▸ Het akkoord met de VS en het gewenste met Frankrijk zijn concreet een avenant op de dubbelbelastingsverdragen tussen Luxemburg en anderzijds de VS en Frankrijk.[4]
Vertalingen
1. aanhangsel van een overeenkomst
Gangbaarheid
- Het woord 'avenant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "avenant" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ avenant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Diesel duurder, super 98 goedkoper” (12/06/2014), De Standaard
- ↑
Weblink bron “Luxemburg tekent akkoord over bankgeheim met VS” (20 mei 2009), De Morgen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be